Dit boek is voor een groot gedeelte gebaseerd op de ervaringen van de beide auteurs: Jaco van der Schoor en Guido van de Wiel. Naar de mening van beide schrijvers bestaan er vier dimensies van effectieve teamontwikkeling, namelijk:
1. bestaansrecht (‘hiervoor zijn wij bij elkaar’);
2. inrichting (‘zo zijn wij georganiseerd’);
3. dynamiek (‘zo werken wij samen’) en
4. omgeving (‘dit is het krachtenveld’).
Binnen deze vier dimensies geven zij, in dit boek, aan alle cruciale
aspecten van teamwerk een plaats: van de cultuur van een team tot
teamstructuur, van machtsstrijd tot het bestaansrecht van een team, van
besluitvormingsprocessen tot het krachtenveld waarin het team moet opereren,
inclusief aandeelhouders, leveranciers en ketenpanters.
In het boek wordt aandacht besteed aan het bestaansrecht van een team, de
reden waarom het op aarde is om een resultaat of doel na te streven. Daarvoor
is een scherpe focus op het eindresultaat noodzakelijk.
Tijden veranderen, neem bijvoorbeeld de digitale, maatschappelijke en
bedrijfseconomische ontwikkelingen om ons heen. Al deze veranderingen hebben
een grote impact op de manier waarop we met elkaar samenwerken, laat staan hoe
we met elkaar in de toekomst omgaan. Dat betekent ook, willen wij effectief en
efficiƫnt zijn, dat de traditionele vormen van teamsamenwerking kunnen en
zullen veranderen. Door de digitale ontwikkelingen hoeft een team niet altijd
bijelkaar te zijn, het kan zelfs voorkomen dat teamleden elkaar nooit zien, maar
alleen via de digitale weg zin verbonden. Verondersteld wordt dat teams van de
toekomst, omdat we nog te maken hebben met een gedeeltelijke oude en een
gedeeltelijk nieuwe generatie, in ieder geval een digitale tak zullen hebben
die langzamerhand in belang zal toenemen. De 24/7 bereikbaarheid via mail werkt
daar aan mee.
Volgens Van der Schoor en Van de Wiel passen de huidige vormen van
teamontwikkeling niet meer binnen de werkelijkheid. Het werken in teams is
fundamenteel veranderd. Er is geen tijd meer voor langdurige trajecten die
uitgaan van een lineaire ontwikkeling. De auteurs zien een herordening op basis
van de volgende vier dilemma’s:
1) controle versus vertrouwen (strak sturen van een team of vrijlaten);
2) eigen behoefte versus externe eisen (inzet uniek talent t.o.v.
verplichte taakvervulling);
3) taakgericht versus mensgericht (presteren of er vooral bij horen) en
4) generaliseren versus specialiseren (blik van buitenaf t.o.v. de blik
van binnenuit).
Van der Schoor en Van de Wiel zijn van mening dat teams van de toekomst
nooit compleet zullen zijn, kennis is namelijk overal te verkrijgen en
toegankelijk, het speelveld is vele malen groter geworden dan vroeger. Teams
zullen sneller wijzigen dan dat zij zich kunnen ontwikkelen via de oude regels.
Dat laatste betekent ook iets voor de leidinggevende.
Nieuwe tijden en nieuwe ontwikkelingen vragen om een nieuwe manier van
kijken. De crux van deze nieuwe manier van kijken is dat tegenstellingen niet
langer meer gezien en ervaren worden als tegenpolen, maar als paradoxen:
schijnbare tegenstellingen. Het is misschien wel de kunst van de nieuwe taakopvatting
van leidinggeven om deze tegengestelde delen te verbinden en effectief te laten
zijn/worden. In de teams van de toekomst wordt wendbaarheid steeds
belangrijker.
In een van de laatste hoofdstukken ‘Schets van de toekomst’, wat mij
betreft het meest interessante gedeelte van het boek, beschrijven de auteurs
hoe zij zich die toekomst voorstellen. De auteurs zijn onder meer van mening
dat teams, indien zij te veel afhankelijk zijn van externe spelers, vleugellam
zullen zijn. Het kan dus goed zijn dat in de toekomst de nadrukkelijk eerder
zal liggen bij een community. Waarbij leden zich voor beperkte duur rondom een
gezamenlijk doel verzamelen. Dit heeft veel weg van projectteams, alleen is hun
ontstaan anders. De organisatie zal niet langer de oprichter van een team zijn,
maar eerder de leden van een community die urgentie voelen om zich rond een
thema te verzamelen en te verbinden. Een community vaart op solidariteit en
vrijwilligheid. Dat betekent ook dat aan het einde van een inspanning een
community initiatief wegzakt/terugzakt
in de community. Dit in tegenstelling tot een team dat zichzelf – eenmaal
opgericht – in stand probeert te houden.
Het boek ‘Teams van de toekomst’ biedt, in de eerste hoofdstukken een
aardige doorkijk hoe teams zich soms moeten ontwikkelingen gezien de diverse
veranderingen om ons heen. In het laatste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan
andere vormen van samenwerken, zoals het mens-machinescenario, het community
scenario, en het virtueel scenario. Het is meer dan waardevol om dit laatste
hoofdstuk eens te lezen en te onderzoeken wat deze scenario’s en een mix van de
elementen uit deze scenario’s kan bijdragen aan het effectiever en/of
efficiƫnter maken van de huidige teams zoals zij nu werken.
Over Dick BosDick Bos (1958) studeerde onder andere Rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Bedrijfskunde aan de NCOI Business School (MBA). Daarnaast voltooide hij naast tal van managementcursussen de opleiding tot gecertificeerd compliance officer bij het NIBE-SVV. Hij is werkzaam als kwartiermaker voor het opzetten van een Beveiligingsautoriteit binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie.